-
1 torrential
adj. in stromen neerkomend (regen, etc.)[ tərensjl] 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:torrential rains • stortregens -
2 einprasseln
einprasseln -
3 bourrasque
bourrasque [boeraask]〈v.〉1 ruk-, wervelwind ⇒ windstoot, -vlaag, stortvloed 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:f1) rukwind, windvlaag2) woedeaanval -
4 hail
n. hagel, regen, stortvloed; (welkomst)groet--------v. hagelen; begroeten; toejuichenhail1[ heel]♦voorbeelden:1 a hail of bullets • een regen/hagel van kogels〈 formeel〉 all hail to Caesar! • heil en voorspoed aan Caesar!hail to you! • saluut!————————hail2♦voorbeelden:blows hailed down (up)on the boy's back • het regende slagen op de rug van de jongen→ hail from hail from/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский